Sinds juli 2004 woont mevrouw Wijbenga in Het Hooge Heem. Zij heeft de verhuizing van het oude pand naar het huidige pand heel bewust meegemaakt. “In het oude pand was het wat gezelliger. Het was kleiner en als je er naar binnen ging, was het heel gemakkelijk om met iedereen een praatje te maken. In het huidige pand is dat wat afstandelijker.” Op het moment van het interview zit mevrouw Wijbenga met haar hele been in het gips en daar baalt ze van. “Ik ga heel graag zelfstandig naar buiten en dat lukt nu veel moeilijker.” Ze heeft met haar scootmobiel heel veel tochtjes gemaakt, in en rondom het dorp, maar ook flinke afstanden door de polder.
Mevrouw Wijbenga kwam uit een gezin met 7 kinderen en is – zoals dat toentertijd vaak gebeurde- na de lagere school in de huishouding gegaan bij een gezin in een groot huis in Groningen met 3 kinderen. Als we haar vragen wat zij na haar schooltijd heeft gedaan, is het antwoord: Werken, werken en nog eens werken. Met de kinderen ging zij ook al graag naar het park.
Nadat ze trouwde met Lolke kregen ze samen 5 kinderen, 4 jongens, waarvan 1 tweeling, en de jongste een meisje. Lolke overleed vrij jong als gevolg van een auto ongeluk, waardoor zij achterbleef met de zorg voor haar kinderen en een inwonende schoonmoeder.
Naast al dat werken houdt ze erg van zingen. Ze heeft in koren gezongen, in de kerk en ze kent vele liederen nog steeds uit haar hoofd. Op zondag luisteren naar de kerkradio is vaste prik. “Meezingen doe ik nog wel, maar tegenwoordig vaak in mijzelf.” Ook vaste prik is dat zij niet slechts 1 kopje thee geserveerd krijgt, maar altijd 3 tegelijk. En o wee, wanneer iemand de koudgeworden kopjes thee weg wil gooien… “Ik drink alles altijd op, ook als de thee koud geworden is.”
Als langste bewoner van Het Hooge Heem heeft ze behoorlijk veel medewerkers leren kennen en wanneer we de naam van Douwe noemen gaan haar ogen schitteren. “Ja, de rest is ook wel lief hoor, maar Douwe is favoriet!”